Verhalen‎ > ‎

Oostende

Aan mijn voeten staat een zak met speelgoed. Waterpistolen, bellenblaas, plastic soldaatjes, piratenvlaggen. Het is druk op de trein. Mijn laptop biedt ontsnapping. Ik kijk naar de Zweedse tekenfilm 'Reis naar Melonia'. Gedownload voor Lara. Het bootje van Slugg en Slagg vergaat in een storm en het grote ijzeren wiel zinkt naar de bodem van de zee. In cyberspace worden deze oude films vrij verhandeld en gedeeld. Niet iedereen is het hier mee eens. Ach, tegenwoordig vliegt alles in bestanden door de wereld. Wat is deze reis anders dan een download van Antwerpen naar Oostende? Om precies 11:20u rijden we het station binnen. Download complete. 

Het is een groot bestand. Minstens zeven gigabyte aan uitgelaten mensen met strand-stoelen en koelboxen. Ze verlaten het station en beginnen aan een tocht naar de zee. Abel en Wendy komen me zo ophalen. Ik kijk of er een rode Renault Kangoo aankomt. De Rode Hoed zoals luitjes hem zijn gaan noemen. Laar is al in Oostende. Gisteren zijn oma Nass en opa Guy haar komen halen. Ze wonen hier al een tijdje en huren een appartement niet ver van het strand.


Reis naar Melonia is gebaseerd op 'De Storm' van William Shakespeare. De tekenfiguurtjes praten heel poëtisch. Laar en ik liggen op het bed van Oma Nass. Ze kijkt vol verwondering naar het bootje op de veel te hoge golven. Ariel, een witte vogel, slingert met bliksemschichten en vuurballen. “Maak je geen zorgen. Ik werk voor een tovenaar”, zegt hij. Het bootje kantelt. “Oh nee” roept Laar met haar handen voor haar mond. Even later is de storm gedaan en doemt het eiland Melonia op. Haar ogen fonkelen als ze de vreemde bloemen en dieren ziet. Daar in die boom woont de tovenaar Prospero. “Kom schat... eerst eten en dan met papa, mama, Buur, oma Nass en opa Guy naar de zee. Je mag vanavond verder kijken.”


Een felle wind duwt alles van het strand. Abel en ik zetten een groen gestreept windscherm op. Wendy moet nog proefwerken van leerlingen lezen. Ze vouwt een stoel uit en ploft neer. Ik heb een boek over archeologie bij. Een nieuw project voor volgend jaar. Eerst strandballen opblazen, piratenvlaggen bevestigen en vliegers lanceren. Typische strandhandelingen. Abel heeft de pandavlieger al in de lucht. De grote Chinese draak komt van de Steinerschool. Ik span zijn vleugels op. Hij veroorzaakt nogal wat paniek op het strand. Lara vindt het schitterend. Ze rent door de plassen. 


“Kijk Lara... de zee komt op. Zullen we een berg maken?” Ik trek een cirkel in het zand en begin te graven. Lara klimt en duikt. Ik schep verder. Af en toe komt er een lading zand op haar rugje terecht. “Klim klim... klim” hijgt ze. Lara gaat volledig op in het landschap. Ze rent als een gepaneerde en overenthousiaste zandrat over het strand. Ik ontdek dingen die ik vergeten ben. Ze haalt water met haar emmertje en creëert bergrivieren. We zetten soldaatjes in de stroom. Ze worden meegesleurd in het kolkende water. Bergen, grachten en meren vergroten de (speel)mogelijkheden.


“Oh nee er zit een monster achter mij aan!” roept Lara terwijl ze wegloopt. Ze heeft een nieuw spel bedacht. Het heet 'monster'. Ze hoopt dat je achter haar aanrent en haar met een hoop knuffels en kietelen opeet. We rennen om de stoelen, het windscherm en de berg heen. Ik maak monstergeluiden. Lara rent gillend voor me uit. Na een tijdje draait ze de rollen om. ('Nu ben ik het monster') Ze kruipt grommend achter me aan. Soms ben je het monster en dan weer niet en dan weer wel. Na een tijdje weten we niet meer wie het monster is en zijn we elkaar gewoon aan het kietelen. 

Ze neemt me gevangen en sleurt me mee naar de top van de berg. We doen alsof het heel hoog is. “Oh nee. Ik zit vast en ik kan er niet af... help!” Samen bedenken we kleine toneelstukken. Lara is onvermoeibaar. Dit 'ik neem je gevangen'-scenario doet ze wel honderd keer. Het heeft wat weg van repetities. Langzaam in je rol komen en een verhaal ontdekken. Lara heeft een vliegertouw gevonden. “Hier Buur... vasthouden” en ze begint om me heen te lopen. Nu zit ik helemaal gevangen. Help. Gelukkig komt ze me nog twintig keer redden.


Strandballen zijn geen optie met deze wind. Gek he... al die lucht die over het strand waait. Zielen van holbewoners en Romeinen. Ze gaan er met de strandbal van door. De kunstlijn van Oostende is een troosteloze muur van appartementsblokken. Het is zo lelijk dat het iets moois krijgt. De stad ligt aan de rand van onze wereld. Hier kijkt Leopold II (een echt monster) uit over het strand. Hij heeft dit standbeeld en de gaanderijen laten bouwen. Mensen rijden er met gehuurde strandkarretjes onderdoor. Er staat een jazzmuzikant te spelen.


Laar en ik zitten met onze voeten in het water. De zee heeft ons bereikt en de gracht is onder gelopen. Er drijven plastic bootjes en waterpistolen voorbij. Wendy heeft een bakje frambozen tevoorschijn getoverd. We drinken bubbeltjes met water en kijken naar de mensen op het strand. Ze liggen achter muurtjes van doeken. Ik leg een paar frambozen in een bootje. Een varend frambozenbuffet. Laar neemt een framboos uit het bootje en steekt die in haar mond. 'Weet je nog... het reusachtige fruit op het eiland Melonia?' Ze knikt. 'Het eiland moet hier ergens in de buurt zijn', fluister ik geheimzinnig. Laar spartelt met der beentjes. 'Storm!' roept ze lachend. Weer een spel. Zo makkelijk gaat dat. We trappen wild met onze voeten. Het water spettert alle kanten op. “Oh nee het bootje zinkt.” “Hier Lara... wil je een zoute framboos?”


Stormen maken, monsters nadoen en van bergen vallen, dit soort verwoestende dingen vind ze leuk. Brutaal maar  schattig. “Kom je mee soep maken Buur?”, vraagt ze terwijl ze me meetrekt. Ze wijst naar het modderig poeltje. “Oké... waar zijn je groenten? Zitten die nog in de tas?” Ze heeft paprika's, een peer, citroenen, een mango en een veel te zware ajuin. Het zijn siervruchten die ik voor een paar cent in de kringloopwinkel gekocht heb. We gooien ze één voor één in de poel. “Zo nog wat plastic zeesterren en visjes erbij. Een mango vissoep. Lekker!” Lara roert met een stok van de vlieger. We hebben kommetjes nodig. “Ga jij soep brengen aan mama en opa Guy en oma Nass?”


Lara zingt “Alice Alice Alice in wonderland.” Ze staat op de berg en zwaait met haar armen. Een paar weken geleden is ze met mama en tante Fie naar de echte K3 gaan kijken. “Alice, Alice...” is een aanval op je oren. Weer die schattige gewelddadigheid. 'Mooi' is nog niet belangrijk. Enthousiasme en volume daarentegen. Het geluid waait gelukkig de andere kant op. Lara zingt alles door elkaar. Ze schakelt probleemloos over van Steinerliedjes naar Studio 100 naar Nijntje en metalmuziek. “Destroy!” kan ze heel schattig gillen. Ze is een remix van verschillende stijlen. Acrobatische knuffels van papa, vreemde speeltjes van ome Buur, K3 zingen in de auto met mama en mooie kinderboeken van oma Nass. Abel komt naast me zitten.

“Hey Buur, hij ziet er moe uit.”

“I know... 'monster' is een vermoeiende bezigheid.”

“Strand is anders met Laar erbij” zegt Abel na een tijdje.

“Yep, de meeste mensen liggen suf op een handdoek. Laar gaat een stuk verder.”

“Ze wordt het strand.”

“Stel je voor dat iedereen hetzelfde zou doen... een strand vol hysterische zandratten.”

“Dat zou koel zijn. Alsof er één of ander virus is uitgebroken.”

“... en toch. Ik snap het wel. Het is communicatie. Monsters en soep maken. Dit zijn de eerste modellen die ze begrijpt. Hoe zou ze de wereld ervaren? Neem onze gesprekken aan tafel of in de auto. We praten over het uitblijven van een regering, opensource en kapitalisme.”

“Volgens mij is het nog één grote ruis. Klanken die haar niets zeggen."

"Precies... daarom is ze zo enthousiast als je monster met haar speelt.”

“Sure... maar het is niet eenvoudig om haar taal te spreken. Ik moet altijd even wennen.”

“Je 'inner idiot' aanspreken.”

“Precies... met Lara moet je jezelf loslaten en stoempige dingen doen. Soep maken, bellen blazen, gaatjes maken en stickers plakken.”


Lara staat nog steeds te zingen. De vermoeidheid slaat toe. Ze zakt langzaam door haar knietjes. Het is geen zicht. “Alice Alice...” zingt ze steeds trager.


“Die film waar jullie toenet bij Nass naar lagen te kijken zag er mooi uit.”

“Ja... Reis naar Melonia stamt uit de tijd dat ik jeugdfilms moest inleiden in de Cartoons. De film gaat over de problemen van industrialisering. Ik weet nog dat Simon en ik vuilnis verspreid hadden in de zaal en een kleine toneelstukje speelden. Kijk nu toch eens kinderen! Iemand heeft zijn tanden gepoetst in deze filmzaal... en hier heeft iemand soep gemaakt! Schandalig. Helpen jullie opruimen? Jekino heette de organisatie die deze vertoningen organiseerde. Ze bestaat nog steeds. Op de site kan je dvd's bestellen. Misschien geen slecht idee? Het is niet eenvoudig om goeie torrents te vinden en al zeker niet in het Nederlands.”

“Staan er leuke films op?”

“Ja... De Drie Rovers bijvoorbeeld. Een tekenfilm over een schattig meisje dat in een koets op weg is naar een weeshuis. Onderweg word ze overvallen door drie rovers. Je kan al wel raden hoe het afloopt. Helemaal Lara.”


“He Lara!... kijk eens hoe hoog het water al staat.” Onze berg is omsingeld door golven. “Snel... graven! We hebben meer zand nodig.” Het enthousiasme en de hysterie bereiken een hoogtepunt. “Kom mee op het eiland staan!” We evacueren de soldaatjes. Ik probeer nog snel een haven aan te leggen voor de bootjes. Het eiland brokkelt af. Abel, Lara en ik kunnen er nog net op. We proberen het zo lang mogelijk vol te houden. Daar staan we dan, wankelend op een overbevolkt eiland. “Oh nee we zitten vast en kunnen er niet meer af. Het eiland zinkt, help.”


Even later is de berg verdwenen en zit Lara, gewikkeld in een warme handdoek, bij haar papa. Koekje en tutje erin. Energie doseren kan ze nog niet. Laar gaat door tot ze er bij neervalt. Is dat waarom volwassenen saaier zijn? We breken het kamp op. Ik zoek de schepjes en gieters bij elkaar. De helft van de soldaatjes heeft de strandoorlog niet overleefd. Abel draagt een half slapend, zeurderig prinsesje naar huis.




Niels Sverlow, 5 juni 2011.


Foto door Abel Jonckheer