Ik draag dit verhaal op aan de leerlingen van 6 Humane Wetenschappen. Het is een eerbetoon aan hun creativiteit en enthousiasme. Meer informatie over het Archeologieproject is te vinden op deze site.1.
Wie had gedacht dat het zo zou stinken? In de hele school hangt de geur van ontbinding. We rennen met de kippenbout naar buiten. Kokhalzend. Misschien is dit normaal? Egyptenaren mummificeerden hun doden in openlucht.
De kippenbout komt uit een slagerij in de Abdijstraat. We hebben hem gisteren in een terrarium gelegd en bedekt met natron. De terrariums zijn kleine stukjes Egypte, voorzien van zand en lampen. Het lokaal onder de trap is één van de warmste en droogste plekken op school. Een nieuw departement Egyptologie verbonden aan het Pius X-instituut. Hier werken Sadia, Hanan, Sana en Yasmina, leerlingen van zes Humane wetenschappen. Ze onderzoeken kruiden, amuletten en goden. We krijgen hulp van André. Archeologen werken altijd samen met exacte wetenschappers. Zonder chemie en biologie maak je geen mummies. Marleen wil ons helpen met het opensnijden van de dieren. Ze is dierenarts en geeft les aan Techniekwetenschappen.
Toetanchamon lag opgebaard in een gouden sarcofaag. Zijn organen zaten in canopische vazen. De tombe was gevuld met eten, wijn, papyrus, sandalen en beeldjes van slaven en koeien. Het is heel verzorgd. Egyptenaren mummificeerden hun doden met natron, een mengsel van natriumcarbonaat en natriumwaterstofcarbonaat. Je vindt het aan de rand van zoutmeren in de woestijn. Zout absorbeert vocht. Mummificeren is dingen zo snel mogelijk laten uitdrogen. Er staat natriumcarbonaat in het scheikundelokaal. Glazen potten met mysterieuze etiketten, NA2CO3.10H2O. Na ontcijfering blijken het laatste tien watermoleculen te zijn. Slecht nieuws. Het vermindert de vocht opnemende eigenschap van het natron. Yasmina en Sana prakken het zout fijn en plaatsen het in de droogoven van het chemielokaal. We proberen het water te verdampen. Een week later is er van de grote schaal niet veel over. André prikt met een vork door het harde laagje zout. Er zit water onder. 'We hebben een zoutmeer gecreëerd,' zegt hij enthousiast. 'In dit landschap leven flamingo's. Ze slagen er ondanks de extreem zoute omgeving toch in om algen uit het water te filteren.' Je kan natriumcarbonaat ook vinden in de supermarkt. Soda wordt verkocht als schoonmaakmiddel. Zo'n zak voelt vochtig aan. Het zou maanden duren om alles te drogen en dus hebben we 25 kilo watervrije natriumcarbonaat besteld bij een bedrijf dat laboratoria bevoorraadt. Een grote ton. Genoeg voor konijnen, katten en honden.
2.
Het mummificeren van de kippenbouten mislukt. Na enkele dagen verspreiden ze een indrukwekkende stank en moeten we het experiment staken. Geurterreur. Niemand weet waarom. Vroeger schoot men bij de belegering van steden rottende lijken over de omwalling. Het is efficiënter dan kanonskogels. Wat ruik je eigenlijk? Moleculen? Gassen? Iets bestormt je neus. Ik begin me zorgen te maken over de slaagkansen van deze onderneming. Onze winters zijn koud en vochtig. Misschien kan je hier geen mummies maken. In Egypte drogen dingen vanzelf uit. Het regent er niet. In het droge woestijnzand zitten geen wormen en maden. Lijken blijven er beter bewaard. Logisch dat Egyptenaren hun doden mummificeerden. Het idee kwam uit de wereld om hen heen. Dit is vaak zo. Landschappen bepalen cultuur en het denken van mensen. In Egypte zitten kilo's en kilo's mummies in de grond. Zoveel dat men er in de 19de eeuw stoomtreinen mee stookte. Er gingen scheepsladingen vol mummies naar Europa om het land te bemesten of om mee te koken. Mummiepoeder zou de vruchtbaarheid bevorderen. Mensen hielden chique feesten waarop mummies ontrafeld werden. In Egypte is mummies maken makkelijk.
Wind, regen, zonlicht en beestjes. Je bent zo verdwenen. Hoe dat gaat kan je zien in de documentaire 'Secrets of the Body Farm' van National Geographic. William M. Bass is forensisch antropoloog en oprichter van 'The University of Tennessee Anthropological Research Facility'. Op dit onderzoeksterrein, een stukje bos achter de universiteit, liggen 540 lichamen in allerlei situaties: in de schaduw, in de zon, in een ton met water of onder een zeil. De rottingsprocessen worden vergeleken en in kaart gebracht. Er wordt samengewerkt met de politie. Ik krijg onweerstaanbare jeuk en braakneigingen bij het zien van al die maden en wormen in oren en neusgaten. Ik hoop dat ik het mummificeren aankan. De wereld is één grote afbraakmachine. Mummies ontspringen de dans. In 1991 vonden alpinisten een vijfduizend jaar oude man in een gletsjer op de grens tussen Italië en Oostenrijk. Ötzi is ondertussen gescand en geopereerd. In zijn maag zat een halfverteerde maaltijd van eekhoorn- en hertenvlees. Hij droeg een jas van geitenleer en schoenen van bont. Waarschijnlijk is hij hoog in de bergen vermoord. Qilakitsoq is een klein plaatsje aan de westkunst van Groenland. Hier vonden archeologen in 1972 een familie Eskimo's. Ze zijn in 1475 n.c. gestorven en begraven onder een overhellende rots. Door de koude en droge lucht zijn ze gevriesdroogd. In één graf lagen drie vrouwen en een zes maanden oude baby. In een tweede graf lagen twee vrouwen en een vier jaar oude jongen. Ze zijn in perfecte staat. Hun kleding lijkt zo goed als nieuw en bij infraroodlicht zie je hun prachtige tatoeages. Behalve een hoog cholesterolgehalte, door een eenzijdig dieet van zeehondenvlees, waren ze in goeie gezondheid. Ook uit moerassen en veengebieden komen soms mummies te voorschijn. Het is een vochtige en zuurstofarme bodem. In Tollund werd een man gevonden die, na datering, 2400 jaar oud bleek. Het touw waarmee hij opgehangen was zat nog om zijn nek. Hij is in foetushouding in het moeras gelegd. Een offer voor de goden.
Mummies ontstaan ook nu nog. In seizoen vier van CSI, Las Vegas vinden agenten een oude dame die al weken opgesloten zat in een kast. De stad wordt geteisterd door een hittegolf en in deze warme en droge omgeving is ze gemummificeerd. Haar huid is perkament. Ze weegt niets meer. Dit zijn de omstandigheden die wij nodig hebben.
Drie kippenbouten en een haring in natron. We proberen het nog een keer. De lampen zijn weggehaald en het vlees is ontsmet met alcohol. Dat zou de bacteriën moeten doden. Het is waarschijnlijk wat je ruikt. Woekerende bacteriën scheiden ammoniak en waterstofsulfide af. Trouwens, biefstukken zijn niet mummificeerbaar. Je hebt vlees nodig waar nog vel aan zit. André heeft het uitgelegd. Huid is semidoorlaatbaar. Vocht kan er uit maar niet in. Zonder vel trekt het zout in je vlees en droogt het niet uit. Met huid trekt het vocht er vermoedelijk uit. We zullen zien of het werkt. De geurhinder blijft voorlopig beperkt. Ik word opnieuw geconfronteerd met het relatieve van wetenschap. Het is toch vooral proberen en ruiken of het goed is. Je neus als meetinstrument. Als dit lukt zijn we klaar voor de volgende stap.
3.
De poelier in de Abdijstraat verkoopt zijn konijnen meestal zonder vacht en poten. Ik leg uit dat we het konijn willen mummificeren. Hij is nieuwsgierig. We praten wat over het geloof van de oude Egyptenaren. Dieren mummificeren voor een schoolproject is minder wreed dan je denkt. Dit konijn reist straks naar het hiernamaals. Het zal tot het einde der tijden vereerd worden op het Pius X-instituut. Anders was het toch maar op een bord terecht gekomen. Ik wandel door de Abdijstraat met een godheid in een plastic zak. Marleen treft de nodige voorbereidingen. Ze legt mesjes, ontsmettingsalcohol en watten klaar. We trekken labojassen aan. Het konijn ligt op de tafel. Pootjes omhoog. Schattig eigenlijk. Yasmina, Sana, Hanan en Sadia staan er vertederd rond. Ze zijn op hun hoede, een beetje zenuwachtig. Eerst moeten de organen eruit. Daar zit het meeste vocht in. De maag en darmen zijn al verwijderd. Marleen maakt het gat in de buik van het konijn groter. 'Zien jullie dit...? Het zijn de nieren.' Ik moet aan Vesalius denken. Een lijk op een tafel. Zijn studenten er rond. Zelf kijken, daar ging het om. Helemaal in de kritische geest van het humanisme. Sana ontsmet de buikholte van het konijn met watten en alcohol. Yasmina houdt zijn pootjes uit elkaar. Neil filmt. Konijnen zijn glibberig van binnen. Een wereld van velletjes en aders die ik voor het eerst zie en voel. Mag dit wel? Het voelt aan als heiligschennis. Een gebrek aan respect voor de privacy van dit konijn. Af en toe klinkt er een 'woooh cool'. Ik merk het zelf ook: de adrenaline die door mijn lichaam gaat bij het zien van dit bloedbad. Bewijs dat we vroeger zelf dieren waren. Voor alles netjes in een supermarkt lag. 'Woooh dit is koel' zegt Neil terwijl hij door het schermpje van zijn camera kijkt. Er worden grapjes gemaakt over House MD, Dexter en flauwvallen. Misschien is het toch sensatie? Vergeet Vesalius. Dit heeft meer weg van publieke operaties in de eerste pretparken op Coney Island. Konijntjeseiland! Toen ging het ook om de shock van bloed en ingewanden. Op Coney Island kon je dit voor het eerst kopen. En toch, we molesteren dit konijn niet voor ons plezier. Het is geen sadisme. Dit is meer dan gegil bij een horrorfilm. We doen dit in naam van een nieuw opvoedingsideaal waarin we het overbrengen van leerstof willen aanvullen met concrete ervaringen. Dat is het idee van seminarie. Deze mummificatie-experimenten moeten het wereldbeeld van onze leerlingen verrijken. Dat zullen de ondernemers op Coney Island ook gezegd hebben.
4.
Een paar dagen later ligt er een hond op onze tafel. Het is een kleine beagle. Marleen had contact met een dierenarts die ik om strategische redenen anoniem zal houden. Ze werd gisteravond opgebeld. Het was zover. Kaena, Neil, Liesje, Lore, Thomas, Max, Helena, Linde, Sofie blijven kijken. Het is vier uur. De school is net uit. De hond wordt aarzelend geaaid. Het lijkt wel of ze slaapt. Alhoewel, het is toch vreemd als iets helemaal niet beweegt. 'Geen zorgen kleine beagle. Jij zal niet verdwijnen.' Eén van de goden uit het oude Egypte had de kop van een hond. Sadia en Yasmina hebben het opgezocht. De god Anubis begeleidde overledenen tijdens de overtocht naar het hiernamaals. 'Oké Anubis. Ben je klaar? We gaan eerst je buik openmaken.' Onder het zachte vel zit een brei van darmen en een nog volle blaas. Dit stinkt wel naar zweet, urine en stront. Het konijn was al schoongemaakt in de winkel. Nu is de smerigheid een stuk groter. We zullen goed moeten ontsmetten. Op haar nieren en longen zitten kleine kankergezwellen. Anubis was ziek. Ze had iets aan haar hart. Daarom is ze zo klein en mager. Helena en Sofie leggen de lever en de nieren in bakjes en gieten er alcohol over. Lore en ik houden de borstkas open. Ieder aan een kant. Er staat veel spanning op. De longen, het hart,... alles wordt één voor één bovengehaald. 'Weet er iemand wat dit is?' vraagt Marleen. 'Het is haar slokdarm. Voel maar.' 'Woooh cool.' Ik moet denken aan de hondenbrokjes die door dit buisje zijn gegaan. Anubis is bijna leeg. We deppen de laatste bloedpoeltjes op. Honden van dit formaat beschikken over twee tot drie liter bloed. Marleen duwt een breinaald in een neusgat. Ze voelt en wrikt. Het lukt ons niet om de hersenen te bereiken. Heeft er iemand een hamer en een beitel? Dat is wat Egyptenaren deden. Bij het konijn ging het ook niet. Uiteindelijk hebben we de hersenen verwijderd via een snee in de nek. Als het niet gaat neem je een andere route. Daar hebben we Marleen voor. Zij is onze gids. Ergens in de hals van Anubis vindt ze een klein gaatje: het ruggenmerg dat in verbinding staat met de hersenen. Beagles hebben meer hersenen dan konijnen. We staan al een tijdje te pulken. De pincet past er net in. De hersenen komen er in dunne sliertjes uit. Dit gaat even duren. Het is mijn beurt. De sliertjes glijden tussen de pootjes van mijn pincet uit. 'Er zit nog veel in,' zegt Marleen kijkend. Af en toe komt er een groot brokje uit. Yes! 'Sta ik echt in de hersenpan van een beagle te pulken?' Je wordt er filosofisch van. In deze sliertjes zaten ooit ideeën over kwispelen, uitlaten, parken, stokken terugbrengen en geaaid worden. Herinneringen aan handen die over haar zachte pels gleden en de geur van eten, baasjes en konijnen. Hoe zien honden de wereld? Ik moet denken aan het gedicht 'Dog' van Lawrence Ferlinghetti. 'A dog trots freely in the street and the things he sees...' Deze mummificatie-experimenten werpen een nieuw licht op het leven. Het is een vreemd beeld, zo'n leeggehaalde hond. De ribben lijken gewelven van een kathedraal. Het is een vernuftige architectuur die miljoenen jaren lang geëvolueerd is. Er is heel wat geprobeerd om dit over te houden. We zijn vreemde machines van vlees en bloed. Het hart, de longen, de nieren, de lever. Alles ligt in aparte bakjes op de tafel. Als je de machineonderdelen eruit haalt werkt het niet meer.
5.
Het is donker en mistig in de PVR. Mensen komen uit Pompeii, Xi'an en het oude Mexico waar ze Mayatempels bezocht hebben. Het is vrijdag avond 23 maart 2012 en we bevinden ons op 'De avond van de archeologie.' Een groots evenement georganiseerd door leerlingen van zes Humane wetenschappen. Vijftien archeologische teams nemen je mee naar Machu Picchu, Stonehenge, Skara Brae en nog veel meer. In lokaal 154 stijgen vliegtuigen op. Ze vliegen over de Nazcalijnen. Aan boord krijg je van Nina, Erine en Maurane (stewardess-archeologen) uitleg over de Nazcasamenleving. Aan de overkant kan je vlinders vangen in de jungle van Cambodja en sta je plots oog in oog met Angkor Wat. Onder de brug van de abdij zijn artefacten gevonden van het Paaseiland. Een ei, een fluitje en een afgodsbeeldje. Jan, Max en Thomas onderzoeken hoe de spullen hier geraakt zijn. Midden in de PVR ligt het mummificatielaboratorium. Een archipel van tafels gevuld met lugubere dingen. Het is een overgangswereld. Vergelijkbaar met de vertrekhal van een luchthaven. Konijnen, honden, vissen en katten reizen hier naar het hiernamaals. Anubis ligt in een ouderwetse reiskoffer. De terrariums zijn glazen wachtkamers vol dieren in bedjes van natron. Op één van de tafels ligt een namaakkat uit de kringloopwinkel. Op een plakkaatje staat 'Kat wachtend op mummificatie'. Ze ligt naast de echte kat die Katya ontdekt heeft tijdens een archeologische expeditie in de kruipkelders van de Wittestraat. Ik had de film 'Cave of Forgotten Dreams' van Werner Herzog laten zien. Wat blijkt? Onder onze school ligt een labyrint van kruipkelders. Niemand weet hoe groot ze zijn. In de muur van de kelder zit een gat. Je kan er net doorheen. Daarachter ligt het grote onbekende. Yasmina, Sana, Hanan en Katya hebben al hun moed verzameld. Gekleed in witte schilderspakken en voorzien van zaklampen zijn ze de kruipkelders in getrokken. Ze troffen een vergeten wereld aan van zand, stof en spinnenwebben. Er zijn vreemde dingen ontdekt: een kruis van gesjorde takken met roestige bierblikken rond. Hier hebben mensen gezeten. Niemand op school beweert er iets over te weten. Verderop worden de kelders steeds leger. Je komt er nog sporadische vondsten tegen: een pakje margarine (vervaldatum 21 januari 1981), een gloeilamp, één houten klomp. Wie is hier geweest en waarom? In de tweede ruimte, onder de gang naar lokalen 054 en 055, lag de gemummificeerde kat. Ze zat waarschijnlijk opgesloten tijdens een zomervakantie en is langzaam verhongerd en opgedroogd. Tien of dertig jaar geleden. Het is moeilijk te zeggen. De kat lag er al toen ik hier zelf op school zat.
Marte en Jozefien verzorgen de eerste mummificatiesessie om half tien in het mummificatie-laboratorium. Ze overhandigen schoteltjes met reukwaren, potpourri uit de Blokker, aan het publiek en steken wierookstokjes aan. Twee Egyptische priesteressen in de weer met natron en ontsmettingsalcohol. Ze demonstreren hoe je forellen, knorhaantjes en kippen-vleugels mummificeert. Als alles goed gaat en het natron zijn werk doet kunnen we ze over enkele weken inwrijven met olie en kruiden en daarna in linnen wikkelen.
Niels Sverlow, 29 mei 2012 |
Verhalen >