Deze tekst hoort eigenlijk bij 'brief aan de mensen van de toekomst'. Het is een stuk dat nog niet helemaal klaar was toen de tijdcapsule afgesloten werd en waar ik ondertussen een aantal zaken aan veranderd heb. De tijdcapsule is gevuld met brieven, gsm's, een computer... Maar wat ben je ermee? Spullen liegen, zeker na zestig jaar. Er zitten niet altijd slechte bedoelingen achter. 'Historische kritiek' is een instrument waarmee historici vandaag (oude) bronnen bestuderen. Waarschijnlijk staan jullie als hyperintelligente leerlingen of robots veel verder, maar hier zijn toch een paar bedenkingen.
Wat zou je zelf in een tijdcapsule doen: hoogtechnologische ooglenzen, genenpasjes of zwevende schoenen?
Ik weet niet welke spullen er over zestig jaar zijn, maar in je
enthousiasme kies je vaak spectaculaire dingen. 'Geurbalpennen... dat
zou cool zijn in een tijdcapsule!' Ik ben er ook schuldig aan, maar
ik wil vermijden dat jullie tot de conclusie komen dat het in 2009 in
een klas naar aardbeien rook omdat we allemaal met geurbalpennen
schreven. Of dat de hele samenleving zat te 'zeepkleien' in bad.
Straks besluiten jullie nog dat het begin van de 21ste eeuw een heel
creatieve periode was, waarin mummies les gaven en we vreemde dingen
in giethars goten.
Zou het
niet beter zijn om alles willekeurig te verzamelen? We hebben
geprobeerd om er ook dagelijkse dingen in te doen. Voorwerpen
waarvan je nu niet beseft dat ze interessant zijn: sleutels,
tramkaartjes en tandenborstels. Ik weet niet of het gelukt is. Ik kan
alleen denken aan dingen die me opvallen. Mensen zijn (nog) geen
robots. Niemand is objectief. We kijken met bepaalde ideeën naar de
wereld en die beïnvloeden onze keuzes. Het maakt de tijdcapsule
subjectief, gekleurd en weinig wetenschappelijk.
Trouwens,
als mensen hun wereld in de capsule doen, wie ze zijn
en hoe ze zich gedragen, dan veronderstel je dat ze dat weten. Niet iedereen
denkt hier even hard over na. Mensen zijn een blinde vlek voor
zichzelf. Je zit er te dicht op om het duidelijk te zien. Dezelfde
bedenking gaat op voor onze maatschappij. Samenlevingen vereeuwigen
veronderstelt dat je ze begrijpt. Misschien zijn er vandaag heel
andere dingen belangrijk. Dingen die voor jullie duidelijk zijn maar
die ons niet opvallen omdat we er te dicht opzitten.
Geld
heeft ook een rol gespeeld. Niet alleen technisch (met meer middelen
hadden we een capsule kunnen bouwen die beter bestand is tegen de
tijd) maar ook inhoudelijk. Op alles zit een lichte vertraging.
Niemand wil zijn dvd's en mp3spelers in de tijdcapsule doen. Een
nieuwe computer kost al snel een paar duizend euro. Zonde om in te
metselen en dus zitten er vooral oudere modellen in. Op zich ook interessant natuurlijk. We leven
in een tijd waarin toestellen elkaar snel opvolgen en na een
paar jaar geen waarde meer hebben. Wees voorzichtig en probeer uit te
zoeken wanneer dingen echt gemaakt zijn. De spullen die jullie net
gevonden hebben waren in 2009 al een beetje verouderd. Ze komen
van stoffige zolders en uit vochtige kelders. Niemand kijkt nog naar
videobanden. Iedereen heeft dvd's tot er weer een nieuw medium
verschijnt. Zo kunnen bedrijven verkopen en blijft onze economie
draaien. Blue-ray komt er nu aan.
Wat
gaan jullie met onze spullen doen? Het is oubollig, maar je zou een
tentoonstelling kunnen maken. Of zijn jullie alles aan het inscannen?
Een virtueel museum dan. De historicus in mij zou een 'archeologische
reconstructie' doen. Je kan onze tijd naspelen met dingen uit de
capsule. De ultieme geschiedenisles waarin je shampoos uitprobeert en
eten proeft uit 2009. Een stoel, een fiets... een paraplu, het zijn
kleine deuren tot onze wereld. Het lijkt simpel maar door ze te
gebruiken ervaar je wat wij ervaren hebben. Hoe het voelt om te
fietsen of papier te nieten. Het zijn waarschijnlijk oude en
verdwenen handelingen. Loop met een paraplu door de regen en je hoort
wat wij gehoord hebben. Geluid van lang geleden. Of schrijf iets met
een balpen? Het is de enige manier om onze wereld te begrijpen. Het
klinkt misschien primitief maar in 2009 schreven leerlingen de les
zelf op. Ik vind het eigenlijk wel handig. Het is een manier om de
leerstof te verwerken. Hoe doen jullie dat ondertussen? Ik kan me
niet voorstellen dat jullie nog aan tafeltjes zitten en op papier
schrijven. Een balpen en papier zijn maar voorwerpen. Ze zeggen, op
het eerste zicht, niets over onze ideeën. Je kan beter brieven lezen
en films zien. Dan pas kijk je in de hoofden van mensen. Het is een
oud misverstand. De waarde van archeologie en materiële cultuur is
lang onderschat. Eenvoudige dingen als balpennen hebben wel degelijk
invloed op je ideeën. Neem de cursussen van Stien en Gregory.
Onderwijs werd in 2009 beperkt door vier klasmuren en krijtjes. De
wereld werd bestudeerd vanuit klaslokalen, heel theoretisch met pen
en papier. Probeer je voor te stellen wat je dan allemaal niet ziet.
De omslachtigheid ervan. Tegenwoordig doen we in Pius x veel
uitstappen om juist die beperkingen op te heffen. In die zin is
onderwijs aan het groeien (vroeger was het theoretischer) en daarom
denk ik dat jullie in de toekomst nog vrijer zullen zijn. Ook de
nieuwe 'smart'-borden (elektronische borden met een beamer) zijn daar
een aanwijzing van. Ik kan nu nieuwe lessen geven in cyberspace.
Materiële voorwerpen zeggen heel wat over wie we zijn en wat we
denken. Kijk goed naar het speelgoed, de shampoos, schoonmaakmiddelen
en snoepjes. Al die flesjes en pakjes hebben heel wat te vertellen
over onze consumptiemaatschappij en de ideeën in ons hoofd.
Historische kritiek confronteert je met de mogelijkheden en beperkingen van bronnen. Ik weet niet of het nog belangrijk is maar als jullie 'echt' willen weten wie wij zijn dan zal je onze spullen moeten onderwerpen aan oorsprongskritiek, bevoegdheidskritiek en interpretatiekritiek. Alles kan een bron zijn: een brief, een schoenveter, het plakband waar alles mee ingepakt is. Aan al deze bronnen moet je vragen stellen. Wat was het en waar en wanneer is het gemaakt en door wie en wist de persoon in kwestie waar hij of zij het over had? Had hij/zij (al dan niet bewust) een speciale agenda? Wees voorzichtig met tijdcapsules en de informatie die ze vervoeren. Ze beïnvloeden de mensen die ze vullen. Zodra je begint te verzamelen en in te pakken ben je al niet meer hetzelfde. Ik ben ook veranderd. Als ik nu door de winkel loop zie ik ontbijtgranen en potten pindakaas verouderen in donkere en luchtdichte ruimtes. Ik begin me bij alles af te vragen hoe lang het zal meegaan. Ik sta verpakkingsmaterialen en vervaldatums na te kijken. (Eigenlijk is zo'n 'Carrefour' of 'Delhaize' op zich een tijdcapsule. Alles is al aanwezig. We kunnen gewoon een supermarkt dichtmetselen. Het zijn perfecte tombes van onze beschaving.) Tijdcapsules zeggen iets over de mensen die ze vullen maar die zijn vaak niet meer hetzelfde... de bron vervormt de informatie. Mensen bouwen niet elke dag een tijdcapsule. Kom dus niet tot de conclusie dat iedereen in 2009 heel filosofisch was. Het enige wat je kan besluiten is dat mensen die tijdcapsules bouwen zich erg bewust zijn van tijd. Zelfs als veel spullen in de capsule filosoferen over verandering, betekent dit niet dat we daar echt mee bezig zijn. Integendeel, het is niet eenvoudig om iedereen enthousiast te krijgen voor dit project. Je merkt dat mensen plots geconfronteerd worden met hun toekomst, hun ouderdom en de dood. Voor mij een teken dat we er op andere momenten juist niet mee bezig zijn. Iedereen die iets in een tijdcapsule stopt vraagt zich af hoe het zal overkomen. Ik ook. Je wil jezelf sympathiek en intelligent vereeuwigen. Groepsdruk blijft belangrijk. Zelfs als je er niet meer bij bent. Het anoniem maken van de persoonlijke bijdragen heeft dit probleem niet helemaal opgelost. (De brieven zijn rechtstreeks in de capsule gegaan. Niemand heeft ze in 2009 gelezen.) Wie heeft ook zijn of haar minder fraaie kanten in de tijdcapsule gestoken? Nu is het gevaar groot dat jullie een geïdealiseerd beeld krijgen. Een wereld zonder ruzie, jaloezie, pornografisch materiaal, drugs... Vergeet de interpretatiekritiek niet. Dat utopisch beeld is erg interessant. Het wijst op het feit dat we vandaag erg bezig zijn met wat anderen van ons vinden. In tijdcapsules zit meer informatie dan je op het eerst zicht zou zeggen. Maar dan moet je wel tussen de regels lezen. Een uitzondering op dit soort vervorming zijn de vuilniszakken
die jullie gevonden hebben. 'Afval uit 2009' staat erop. Een vuilzak is een onbedoelde bron. Bij een
boek of een brief kan je je altijd afvragen welk doel iemand had. De resten van een prehistorisch kampvuur, om maar een voorbeeld
te geven, die liegen niet. Dat is met deze vuilniszakken ook zo. Ze
zijn niet gemaakt om naar de toekomst te sturen. Aan de universiteit van Gent heeft men in de jaren '90 onze eetcultuur onderzocht. Het onderzoek
bestond uit een aantal bevragingen (wat at u voornamelijk in de
periode...?) en een archeologische boring van vuilnisbelten. In de boringen zag je de lagen die zich doorheen de tijd afgezet hebben.
Als je de samenstelling onderzoekt weet je wat mensen aten. De stalen kwamen natuurlijk niet overeen
met de bevragingen. Enquêtes zijn problematisch omdat we feiten (vaak onbewust) verdraaien. Zelfs 'voeding' is onderhevig
aan status en ideeën. Zwarte koffie is stoer, fastfood is ongezond
en kreeft is chiquer dan kip. Uit de bevragingen bleek dat mensen
altijd meer fruit aten dan men in de stalen kon
terugvinden. Dat wil nog niet zeggen dat die enquêtes waardeloos
zijn. Integendeel, ze ontmaskeren de ideeën die we hebben over
eten. Elke bron is interessant, je moet alleen de juiste vragen
stellen.
Op de zakken staat de datum en het lokaal. Je kan op het grondplan kijken waar het was. Giet de zak leeg op een grote tafel en doe aan sporenonderzoek. Wat heeft er zich afgespeeld in dat klaslokaal? Weten jullie nog wat kauwgom is? Potloodslijpsel, een leeg potje Tipp-ex...? Waarschijnlijk zijn dit vreemde dingen in 2069. Misschien was er iemand jarig en heeft die iets uitgedeeld of vind je inpakpapier. Of een zoekgeraakt stukje van een cursus waaruit je kan afleiden welke klas er in het lokaal gezeten heeft. Die informatie kan je dan vergelijken met de lesroosters en klaslijsten. Zoek de geboortedatums op van de leerlingen en je weet wie er jarig was. Op die manier kan je het leven in Pius X stap voor stap reconstrueren. Hetzelfde geldt voor de tombe in de kelder van de Wittestaat. We hebben het afval (dat tijdens het inpakken ontstaan is) mee in de tijdcapsule gedaan. Zo kunnen jullie achterhalen wat we gedronken en gegeten hebben en wie er verkouden was. (zakdoekjes?) Aan de voetafdrukken in het stof op de grond kan je zien welke schoenen we droegen. Er zitten interessante dingen in de tijdcapsule, hamburgers en een mummie voorzien van mp3-speler en paraplu (een vreemde gedachte bedenk ik me ineens) Toch is de tijdcapsule ook een getuige van het gebrek aan interesse en creativiteit. Niet alle commissies hebben er even veel werk van gemaakt. Niet iedereen heeft het bijzondere van dit project ingezien. Maakt niet uit. Ook de gemiste kansen zijn over zestig jaar interessant. Dingen die er niet inzitten zeggen evenveel over ons als de dingen die er wel inzitten. Sommige leerlingen hebben weinig spullen mee gebracht ... maar wat moet je dan doen? 'Morgen moet je zoveel spullen bij hebben...' 'Twintig spullen is een A, tussen de achttien en de vijftien spullen is een B....' Nee dat is het ook niet. Nu is het resultaat veel eerlijker. De tijdcapsule geeft niet alleen concrete informatie over het verleden van de school maar ze zegt ook iets over het gebrek aan verbeelding en de moeilijkheden van dit project. Het matige enthousiasme is misschien toe te schrijven aan onze
samenleving, die gekenmerkt wordt door processen als 'decline
of the miraculous'
en toenemende standaardisering en commercialisering. Het enige wat
mensen nog doen is consumeren. We zijn van een 'read-write culture'
naar een 'read-only culture' geëvolueerd. Vroeger moest elk gezin
zijn eigen ontspanning verzorgen. Mensen waren zelf muzikanten en
verhalenvertellers. Wat moest je anders doen? Door de opkomst van
massacommunicatie (radio, televisie, cd's en dvd's) is dat creatieve
element overgenomen door schrijvers en filmmakers.
Zij maken dingen die de grote massa alleen bekijkt en
beluistert. Die 'top-down' structuur heeft ons erg passief gemaakt. Kleine kinderen spelen uit zichzelf. (Misschien was
het beter geweest om hen een tijdcapsule te laten bouwen?) Ergens gaat
die creativiteit en spontaniteit verloren naar mate we ouder worden.
Het is een pijnlijke gedachte dat we daar als school mede
verantwoordelijk voor zijn. Onderwijs is van jongs af aan gericht op
presteren en het reproduceren van dingen. We worden gegijzeld door
een puntensysteem dat iedereen zo zenuwachtig maakt dat hij of zij
niet meer rustig kan nadenken. Niemand durft fouten maken.
Inhoudelijk is onze aandacht vooral gericht op het theoretische en
het rationele. Tijdcapsules passen niet in dit systeem. Ze moeten het
hebben van intrinsieke motivatie en dus gaat het mis. We
spelen niet meer (zie ook interview naar aanleiding van de mummie) en
het probleem is dat daar nu juist intelligentie schuilt. In de
schemerzone tussen spelen en leren, waar vakken elkaar raken. Dat is
de bedoeling van seminarie. De Duitse filosoof M. Heidegger heeft
interessante dingen gezegd over mens en technologie. Hij stelde
vast dat alles een bestand is geworden. Meubelen van IKEA zijn daar een voorbeeld van. Een keurige doos met gebruiksaanwijzing. Makkelijk in elkaar te zetten. Zonder één originele gedachte van jezelf. (IKEA heeft het al voor jou
gedacht) Maaltijden, sneeuwvakanties en muziek: alles is
bestand geworden. Denk aan je vakken op school. Vijftig
minuten wiskunde, vijftig minuten geschiedenis. Het gevolg is dat we alleen over het verleden kunnen nadenken
binnen de context van het vak geschiedenis. Alles wordt netjes
onderverdeeld. Er is 'school' en 'vrije tijd'. Dat hier de grenzen in elkaar overlopen is voor een aantal mensen moeilijk te begrijpen.
Op
het eerste zicht is de tijdcapsule ook een bestand. (de wereld in een een kelder geperst) Toch klopt dit niet helemaal. De wereld is niet te reduceren. Je krijgt het er gewoon niet in. Wat mijn
frustratie kan verklaren. We gingen een perfect geordende capsule bouwen. We zouden alles keurig indelen en
voorzien van een beschrijving. Haalbaar was het niet. Ik besef nu dat tijdcapsules de chaos in de wereld overnemen.
Iedereen heeft druk staan inpakken. Ik weet dus zelf niet wat er allemaal in zit.
Het
losse karakter van dit project heeft ook zijn voordelen. Het maakt de
tijdcapsule interessanter. Een betere bron. Door het toevallige
karakter van de spullen is er minder beïnvloeding van bepaalde
ideeën. Misschien is de opdracht daarom (opzettelijk?) vaag gelaten.
Of ben ik mezelf nu aan het goedpraten? Is dit een poging om mezelf
in te dekken tegen de kritiek dat het project niet voldoende was
afgebakend? Zie je wel. Teksten hebben altijd een verborgen agenda.
Vergeet ook op deze tekst geen historische kritiek toe te passen!
Oké... eerlijk? Ik dacht dat er heel wat meer zou gebeuren wanneer
je mensen de mogelijkheid geeft om een tijdcapsule te bouwen. Ik denk
dat ik het iets te groot zag. Leerlingen hebben ondertussen nog
andere opdrachten, andere vakken en examens. Misschien hebben we er
niet genoeg tijd voor uitgetrokken?
Tenslotte is er nog één ding dat de informatie in de capsule zal vervormen en dat zijn jullie zelf. Ik weet niet hoe 'cyborgs' naar de wereld kijken. Heel scherp waarschijnlijk en in meer kleuren. Hoe dan ook... jullie zullen andere dingen zien. Je kijkt met eigen ideeën, vanuit een andere samenleving. Denk aan 'The gods must be crazy.' Of toeristen in een kerk. Ze bewonderen en fotograferen glasramen en denken dat ze door een kunstwerk lopen. Dat is het eigenlijk niet of toch niet voor de mensen die het gebouwd hebben. Hen ging het om geloof. Het is hetzelfde gebouw en toch is het volledig van functie veranderd. Mensen van vroeger zouden het maar raar vinden, al die 'postkaartjes kopende' mensen in hun kerk. Ik vraag me af wat jullie in onze tijdcapsule zullen zien. Begrijp je wat de tijdcapsule was? Een 'seminarie opdracht'. Een poging om het docerend en theoretisch onderwijs te doorbreken. Besef dat zelfs in 2009 de tijdcapsule verschillende dingen betekend heeft. Keken leerkrachten en leerlingen op dezelfde manier naar het project? Misschien kan je dit, zestig jaar later, onderzoeken. Misschien vind je jezelf terug in de spullen die wij hebben achtergelaten? Dat zou mooi zijn. Door de confrontatie met deze vreemde voorwerpen en ideeën valt je eigen samenleving beter op. Zoals reizen naar andere culturen inzicht geeft in wie je zelf bent. In dit geval reis je met een fantastische tijdcapsule naar het jaar 2009. Zoals historici graag zeggen: 'The past is a foreign country.' Eén
ding is zeker, jullie moeten de kist en de tombe met de nodige tact
uitpakken. Zeker als je wil weten wat, puur objectief, de
situatie was in 2009. Misschien kan je dan beter geen tijdcapsules gebruiken. De vraag 'wie we
waren en hoe we naar de samenleving keken', lijkt me interessanter.
Stel dat er opvallend veel plastic in de tijdcapsule zit. Wat weet je
dan? Wijst dit op milieuvervuiling? Dat is
een gevaarlijke conclusie. Hoe representatief is het? Je kan hooguit
stellen dat 'wij' veel plastic gebruikt hebben. Waarom? Tja... als
een statement? Of misschien wel omdat plastic
een belangrijk wapen is in de strijd tegen de tijd. Er worden vandaag best wel andere materialen gebruikt maar die zijn vergankelijker en dus
minder geschikt. Waarom heb ik het eigenlijk
over dat plastic? Uit een soort groen schuldgevoel over de
milieuproblemen die er vandaag zijn. Spullen zijn nooit zomaar
spullen. Niets is onschuldig. Achter alles schuilt een betekenis.
Het is aan jullie om die betekenis te achterhalen. Misschien heb je na al deze bedenkingen de moed verloren.
Tja... als je waarheid wil moet je genadeloze vragen stellen
en aanvaarden dat er veel onduidelijk blijft. Gelukkig maar. Tijdcapsules zijn mysterieuze dingen.
Niels Sverlow, 28 juni 2009 |
Pius X > De tijdcapsule >